Albarozen vormen een kleine maar belangrijke soort binnen de groep van de "oude rozen". De naamgeving komt waarschijnlijk uit het Latijn (albus = wit) of het Occitaans (1) waar Albus staat voor "dageraad". In het oude inheemse Gaelic (2) en het Welsh (3) verwijst Alba naar de naam voor Albion (4) of de Ierse naam voor Schotland. De meeste Albarozen werden oorspronkelijk gekweekt rond de Middellandse zee, en zijn naar alle waarschijnlijkheid door de Romeinen in onze contreien binnengebracht. Het is een kleine maar belangrijke groep omdat het echte overlevers zijn. Ze gedijen goed op zandgrond, zijn winterhard en hebben een uitmuntende geur. Het is ook een soort die het redelijk doet in halfschaduw. De kleur is meestal wit, soms met enkele toetsen geel. Sommige varianten zijn lichtroze. Niet alle Albarozen dragen bottels. De blauwgroene bladeren, lichtgrijs aan de onderkant, contrasteren in de border mooi met andere rozen of vaste planten. De struiken van Albarozen worden meestal groter dan andere oude rozensoorten, soms tot 2 m en meer, afhankelijk van de grondsoort waarin ze staan. Ze bloeien allen op het hout van de vorige jaren maar helaas slechts eenmaal. Van mei tot juni/juli krijg je dan ook een prachtige rozenstruik met een overheerlijke rozengeur. Albarozen vragen weinig of geen snoeiwerk. Als het nodig is, omdat je de struik in toom wil houden of omdat takken tegen elkaar wrijven, gebeurt dit snel na de bloei, einde juli of begin augustus. Dan kan je de alleroudste takken tot tegen de grond afknippen. Na de winter kunnen storende takken nog ingekort worden, zodat de struik een mooie vorm bewaart. Sommige soorten zijn gevoelig voor sterroetdauw.(5) Occitaans of Langue d'Oc is ontstaan uit volkslatijn ten tijde van de volksverhuizingen (Visigoten rond 400 naC) en werd gesproken in Noord-Italië, Zuid-Frankrijk en het noordelijk deel van het Iberisch schiereiland (Spanje) Gaelic: oud Keltische taal die vooral gesproken werd in Ierland Welsh: oud Keltische taal die verwant is met het Iers-Gaelish, Bretons en het Schots- Gaelish en vooral nu nog gesproken wordt in Wales. Albion: Ander woord voor Engeland. De Romeinen brachten het in verband met het woord albus en daarmee verwijzend naar de witte krijtrotsen van de Engelse kust. Sterroetdauw: Schimmelziekte. Onregelmatig gevormde zwarte vlekken op de bladeren gevolgd door massaal bladverlies. Moeilijk te behandelen. Gevallen bladeren verwijderen en zeker nooit composteren.